De gemiddelde duur van een promotietraject in Nederland bedraagt ​​momenteel meer dan vijf jaar, ondanks dat de meeste promotiecontracten niet langer dan vier jaar duren. Dit zorgt ervoor dat veel promovendi hun proefschrift in hun eigen tijd moeten afronden, terwijl ze tegelijkertijd een nieuwe baan of onzekere financiële situatie moeten zien te managen.

Promovendi Netwerk Nederland (PNN) heeft in 2024 met subsidie van SoFoKleS onderzocht welke factoren van invloed zijn op een tijdige en vertraagde afronding van een promotie. Hiervoor zijn 13 focusgroepen georganiseerd. Deelnemers waren 46 promovendi in de laatste fase van hun traject en recent afgestudeerden van universiteiten, universitair medische centra (umc’s) en onderzoeksinstituten in heel Nederland. De resultaten van dit onderzoek zijn te vinden in het rapport ‘Four Years of Contract, Five+ Years of Work’.

Belangrijkste bevindingen uit het onderzoek

Vertragingen in de afronding van een promotietraject worden zelden veroorzaakt door één enkele factor, maar eerder door een combinatie van factoren. Uit het onderzoek blijkt dat de volgende factoren meespelen in de duur van een promotietraject:

  • De omvang van een PhD-project wordt nogal eens onderschat. Vaak wordt er niet mee gerekend dat in een promotietraject zes tot twaalf opstarttijd nodig is en drie tot zes maanden tijd om af te ronden.
  • De kwaliteit van de begeleiding bepaalt in belangrijke mate de duur van een promotietraject. Goede begeleiding biedt ruimte en vertrouwen aan de promovendus en helpt bij het structureren en uitvoeren van het project.
  • Naast de formele vereisten voor een proefschrift krijgt de promovendus ook te maken met de informele normen van begeleiders of afdelingen, die vaak ambitieuzer zijn dan de formele regels. Begeleiders vragen bijvoorbeeld gaandeweg om meer hoofdstukken of onderzoeksprojecten. Dit kan leiden tot verborgen werkdruk en onzekerheid, wat bijdraagt aan vertraging.
  • Er wordt verwacht dat de promovendus ook zelf leiding neemt over het traject, maar niet iedereen weet dit of kan aan die verwachtingen voldoen.
  • Steun uit de directe omgeving van de promovendus bevordert een succesvolle en tijdige voltooiing van het proefschrift. Het is vooral cruciaal dat een promovendus ondersteuning zoekt wanneer dat nodig is.
  • Het is een uitdaging voor een promovendus om de juiste balans te vinden tussen activiteiten die bijdragen aan diens eigen ontwikkeling en het voltooien van het proefschrift. Wanneer de balans zoek is, kan er vertraging optreden.

Aanbevelingen

Naar aanleiding van de bevindingen doen de onderzoekers de volgende aanbevelingen:

  1. Maak een realistische projectplanning waarin tijd is ingeruimd om op te starten en om het volledige proefschrift te schrijven.
  2. Maak graduate schools en begeleiders ook verantwoordelijk voor het op tijd afronden van een proefschrift, en houd hen verantwoordelijk.
  3. Verwachtingen over wanneer het proefschrift af is, moeten aan het begin van het traject worden besproken en moeten haalbaar zijn. Promotiereglementen moeten duidelijke minimumeisen bevatten over wat er van de promovendus wordt verwacht. Subsidieverstrekkers moeten ervoor zorgen dat subsidievoorstellen informatie bevatten over de haalbaarheid, en beoordelaars moeten gevraagd worden om de haalbaarheid te controleren, vooral voor promotieprojecten.
  4. De kwaliteit van promovendibegeleiding is een punt van grote zorg en moet meer aandacht krijgen. Promovendibegeleiding moet serieus genomen worden: begeleidingsteams moeten bestaan uit ervaren, maar ook betrokken begeleiders, die de tijd nemen om een promotietraject te begeleiden.

Meer weten?