Voor veel vrouwen komt de overgang heel onverwachts. Waar sommigen niets merken, kunnen voor anderen de klachten hun dagelijks functioneren flink beïnvloeden. Dat laatste was het geval bij Agnes. Na jaren met plezier te hebben gewerkt als verpleegkundige en coach, merkte ze dat ze minder energie had en dat ze zich minder kon concentreren. De overgang gooide haar leven overhoop. In dit interview spreken we haar over haar zoektocht naar verlichting van klachten, haar worsteling met hormonale behandelingen en de impact op haar werk.

Astrid begint binnenkort aan een nieuwe baan als praktijkondersteuner (POH) GGZ bij een huisartsenpraktijk. Ze kijkt uit naar deze frisse start, waarin ze haar ervaring als verpleegkundige en coach goed kan inzetten. De werkbreak die eraan voorafging, kwam op het juiste moment. Door overgangsklachten kampte ze met een gebrek aan energie, waardoor werken zwaarder viel en ook de activiteiten die haar normaliter energie gaven kwamen stil te liggen.

‘Ineens waren daar de opvliegers’

Na jaren fluitend door het leven te zijn gaan, was Agnes niet goed voorbereid op wat er ging komen. Terwijl haar vriendinnen met diverse overgangsklachten kampten, had Agnes lange tijd nergens last van. Dat veranderde in haar vijftigste levensjaar. Ineens waren daar de opvliegers. Tweemaal per uur met heel veel transpireren. ‘Het droop van mijn gezicht af. Laagjes uit en dan weer snel aan, omdat ik het daarna koud kreeg. Ik had deodorant bij me, terwijl ik dat eerder nooit nodig had.’ In de tijd dat de klachten begonnen, was Agnes loopbaancoach en sprak ze de hele dag door cliënten. ‘Mijn concentratie nam af, terwijl ik de hele dag mensen moest coachen. Daarbij was slapen ook een probleem. Het was vreselijk.’

Hormoontherapie

Een bezoek aan de huisarts bracht haar het middel Femoston. Dat hielp direct tegen de klachten. Vanwege een groeiende vleesboom moest Agnes stoppen met de hormoontherapie. Uiteraard volgde ze het advies op van de gynaecoloog, maar blij werd ze er niet van. De klachten waren direct in volle hevigheid weer terug. Andere oplossingen, zoals hormoonyoga en minder koffie, drank en sterke kruiden nuttigen, hadden te weinig effect. De klachten hielden uiteraard niet op na het werk. In het dagelijkse leven trok Agnes zich steeds meer terug. Etentjes en feestjes sloeg ze soms liever over om zich in de plaats daarvan te nestelen in wijde kleding op de bank. ‘Ik raakte een beetje in een isolement, terwijl ik een sociaal mens ben. De overgangsklachten namen mijn levensvreugde weg.’ Agnes liet het er niet bij zitten en ploos alles uit over hormoontherapieën, las alle boeken over de overgang en kwam tot de conclusie dat er twee stromingen zijn als het gaat over de hormoontherapie.

De voor- en tegenstanders van hormoontherapie

Francine Oomen is een voorbeeld van een bekende Nederlander pleit om geen hormonen te gebruiken. In haar boek geeft ze aan dat u deze periode kunt gebruiken om even bij uzelf stil te staan. ‘Neem even afstand. Gebruik geen hormonen. U stelt het daarmee alleen maar uit. Neem even afstand van uw werk.’, zegt Oomen in haar boek. ‘Zij heeft makkelijk praten!’, reageert Agnes strijdlustig. Daarnaast zijn er specialisten die de hormonen wel aanprijzen als antwoord op forse klachten. Agnes las onder meer het no-nonsense handboek ‘De overgang’ van José Rozenbroek en Jos Teunis. ‘Er is enorm veel variatie in hormoontherapieën. Bijvoorbeeld minder of meer oestrogeen in de pil. En er zijn ook andere middelen die kunnen helpen, zoals hormoonpleisters en een hormoonspray. Laat u niet gek maken door iemand die zegt dat hormonen slecht zijn. Ga uitzoeken wat bij u past en waarmee de klachten verminderen. U hoeft niet zomaar te accepteren dat u forse klachten hebt.’

Wat heeft u nodig?

Agnes is opnieuw teruggegaan naar de gynaecoloog. Huilend heeft ze haar klachten daar neergelegd en aangegeven dat haar levensvreugde was verdwenen. Ze trof een jonge mannelijke gynaecoloog, die haar verraste door veel tijd aan haar te besteden en echt naar haar te luisteren. Een positieve ervaring noemt ze het. Ook de vrouwenpoli in Boxmeer droeg bij aan de positieve ervaring. Daar vroegen ze: ‘wat heeft u nodig?’

Agnes gebruikt nu een hormoonpleister en elke avond slikt ze een tablet met progesteron. Door het terugbrengen van de hoeveelheid oestrogeen kan ze de groei van haar vleesboom inperken. De klachten zijn verdwenen en ze functioneert weer. Ze heeft haar plezier in het leven teruggekregen. ‘Ergens dit jaar – ik ben nu 55 jaar – wil ik stoppen met de pleisters om te kijken of de klachten verdwenen zijn.’ Ze durft het aan, omdat ze altijd kan terugvallen op de pleisters in combinatie met progesterontabletten.

Rol eerstelijnszorg bij overgangsklachten

Kan eerstelijnszorg een rol spelen in het helpen bij overgangsklachten? ‘Dat is zeker een mooie kans om de zorg heel dichtbij te kunnen leveren’, geeft Agnes aan. ‘Dan ontstaat er meer ruimte bij de gynaecoloog voor de vrouwen met ernstige klachten.

Goede informatie geven aan vrouwen in de overgang is belangrijk. Pas goed op dat burn-outklachten en overgangsklachten niet verward worden. Agnes denkt dat deze rol wel is weggelegd voor de praktijkondersteuner GGZ of voor een overgangsconsulent. ‘Eerstelijnszorg staat dichter bij de vrouw, het is dichter bij huis. Er is veel vraag naar.’

Hoe kan een werkgever of leidinggevende ondersteuning bieden?

Wat kunt u als werkgever of leidinggevende doen bij deze klachten? In de tijd dat Agnes werkte voor het regionaal loopbaanadviesbureau voerde ze de hele dag gesprekken, terwijl ze de hele dag door last had van opvliegers. Destijds beoefende ze elke dag voor het starten van haar werk een uur lang yogaoefeningen, in de hoop dat ze haar klachten kon verminderen. Dat was een extra belasting op haar energiehuishouding. Voor de werkgever was het duidelijk zichtbaar dat de klachten er waren, daar konden ze niet omheen. ‘Ze hebben me toen de kans gegevens om elke dag wat later te starten, zodat ik ruimte had voor mijn yogaoefeningen en niet eerder mijn bed uit hoefde.’ Helaas hielpen de oefeningen niet voldoende. Verder weet Agnes niet wat een werkgever meer zo kunnen doen behalve een luisterend oor bieden, het goede gesprek voeren en meedenken.

Inmiddels is Agnes begonnen aan haar nieuwe baan als praktijkondersteuner (POH) GGZ bij een huisartsenpraktijk. ‘Een nieuwe baan vraagt wel wat. Als ik bij mijn oude werk was gebleven in combinatie met mijn klachten – en een moeder die ineens zorg behoefde – dan was ik denk ik wel uitgevallen. Nu ga ik iets doen wat ik kan en wat ik interessant vind. Daarbij ben ik tot rust gekomen. In huis heb ik veel opgeruimd en geordend. Dat geeft ruimte in mijn hoofd. Ik heb er weer zin in. Ik voel positieve energie.’

Taboe

Als laatste punt wil Agnes graag kwijt dat er nog meer aandacht mag komen voor de overgang. ‘Er is wel verbetering. Tegelijkertijd zegt Linda de Mol dat de overgang niet sexy is.’ Dit onderwerp mag zeker positiever benaderd worden. Het is een wezenlijk onderdeel van ons bestaan. Geen taboes meer!