Inclusie meetbaar maken
Hoe kunnen de Nederlandse universiteiten ‘inclusie’ in een cijfer uitdrukken? Dat is de vraag die SoFoKleS beantwoordt in deze publicatie. Objectief meetbare criteria stellen universiteiten in staat het inclusiebeleid te monitoren, evalueren en bij te sturen. Zo kunnen ze doelgericht, effectief en planmatig werken aan een inclusieve werkomgeving.
Het belang van een inclusieve werkomgeving
De Nederlandse universiteiten streven naar een inclusieve werkomgeving, een academische gemeenschap waar medewerkers oog voor elkaar hebben, waar onderwijs en onderzoek plaatsvindt op basis van gelijkwaardigheid en interesse voor de ander. Kwalitatief en aantrekkelijk onderwijs en onderzoek vereisen namelijk dat de werkomgeving ruimte biedt voor verschil: verschil van inzicht, verschil van uiterlijk, verschil van kennis, ervaring en achtergrond. Ook willen medewerkers uitgedaagd worden, of dit nu een ambitieus onderzoeksdoel betreft, een fysieke of mentale uitdaging of lastige situatie. Door rekening te houden met verschillen en daar waar mogelijk barrières weg te nemen, kan iedereen gelijkwaardig meedoen, zichzelf uitdagen en samen met anderen het verschil maken.
Hoewel meetbare criteria voor conclusie een goed hulpmiddel zijn bij het opstellen, monitoren, evalueren en herzien van universitair inclusiebeleid, blijven het slechts getallen. Uiteindelijk gaat het om de ervaring van medewerkers in de praktijk: hoe zij echt betrokken en gezien worden, zich welkom voelen en daadwerkelijk kansen krijgen.
Inhoud rapport
Aan de hand van een literatuuranalyse zijn in deze publicatie methoden in kaart gebracht om inclusie te meten. Hiervoor is zowel binnen als buiten het onderwijs gezocht, waarbij is gekeken in hoeverre de methode toepasbaar is voor universiteiten. De uitkomst van de literatuuranalyse is aangevuld met praktijkinzichten uit interviews met diversity officers, hr-adviseurs, medezeggenschapsleden, ombudsfunctionarissen en vertrouwenspersonen.
Waar diversiteit veelal meetbaar is in cijfers, gaat het bij inclusie veelal om de organisatiecultuur en de ervaring van medewerkers. Er zijn verschillende manieren waarop inclusie concreet meetbaar gemaakt kan worden, van belevingen tot feitelijk beleid. Deze publicatie beschrijft in algemene zin de meetbaarheid van de structuur en cultuur van de universiteit. Daarbij gaat het niet om inclusief onderwijs of een inclusief curriculum, al zijn dat ook belangrijke thema’s. De volgende vormen van inclusie komen aan bod:
- Een fysieke werkomgeving die optimaal toegankelijk is
- Een gelijkwaardige werkomgeving met onderling respect
- Een sociale werkomgeving die psychologische veiligheid biedt
- Een representatieve werkomgeving waar ruimte is voor eigenheid